top of page

Dit is waarom Job en Sandra ooit met Lowlander zijn begonnen

Lowlander is opgericht door ons, Sandra Ball en Job van den Assem. We kennen elkaar van Milieudefensie, waar we allebei hebben gewerkt. In 2020 hebben we samen het Lowlander Project opgezet, een opleidings- en trainingsinstituut voor de progressieve beweging in Nederland. Maar waarom wij? Wie zijn wij precies, wat is onze achtergrond en wat zijn onze drijfveren? We stellen ons graag aan je voor in dit interview.


Dit interview werd gepubliceerd in ons boek: Stickers plakken is niet genoeg.



ree

Om maar bij het allereerste begin te beginnen: wie zijn jullie, Job en Sandra? En waar komt jullie drive vandaan, jullie maatschappelijke betrokkenheid? Waren jullie als kind al kleine wereldverbeteraars of kwam dat later?

Job ā€˜Ik kom uit een politiek geĆ«ngageerde familie: mijn vader is al sinds het begin

actief binnen de CDA en mijn moeder werkte als dokter in een tehuis voor uit huis

geplaatste kinderen. Als kind vond ik het al heel oneerlijk dat het ene kind het zoveel

beter had dan het andere. Dit uitte zich later, in de puberteit, in brede maatschappe-

lijke betrokkenheid: in de jaren ā€˜90 hebben mijn broer, zus en ik nog meegewerkt aan

een campagne om uitbreiding van Schiphol tegen te gaan. Die campagne was, als ik

eraan terugdenk, een mooi staaltje strategie: een groep tegenstanders had samen een

paar hectare van het Bulderbos gekocht, de grond die Schiphol wilde hebben, en dat

in hele kleine stukjes weer verkocht. Daardoor werd het moeilijker voor de rechter om

het bos te onteigenen.’

Sandra ā€˜Mijn verhaal begint in de VS, waar ik ben opgegroeid. Alles aan mij was

ā€˜anders’, in het republikeinse Indianapolis: mijn ouders waren gescheiden, mijn moe-

der werkte fulltime, en ik werd opgevoed door mijn oma en een nanny. Ik ben altijd

omringd geweest door sterke, onafhankelijke vrouwen, die helemaal geen tijd hadden

om bh’s te verbranden of over feminisme te praten. In 1968 was ik tien, mijn moeder

studeerde social work en keek elke avond samen met mij het nieuws. Ik herinner me

nog goed hoeveel er toen gebeurde in de wereld, en hoezeer gebeurtenissen elders,

zoals in Europa maar ook in Vietnam, weerslag hadden op mijn eigen leven. Wij

aten bijvoorbeeld geen groene druiven, om de migrantenkinderen te steunen die ze

moesten plukken. Tot op de dag van vandaag voel ik me schuldig als ik een groene

druif in mijn mond stop. Ik leerde dus al heel jong dat je je moet inleven in Ʃn moet

opkomen voor de mensen die het moeilijker hebben dan jij. Tegelijkertijd leerde ik ook

hoe vermoeiend het is als je dat alleen moet doen. Je kƔn niet alleen opstaan, je hebt

elkaar nodig om verandering te bewerkstelligen.’

En daar komt organizing al een beetje om de hoek kijken… Hoe zijn organizing, bewegingsopbouw en leiderschap zulke belangrijke thema’s voor jullie geworden? Wat waren belangrijke momenten in jullie eigen loopbaan?

Sandra ā€˜Ik kwam in 1983 (Jobs geboortejaar!) naar Nederland, omdat ik het idee

had dat het hoogtepunt van de vredesbeweging zich in Europa afspeelde, dat hier

geschiedenis werd geschreven. Eerst heb ik acht jaar bij het IKV en Pax Christi (de

voorlopers van PAX for Peace, red.) gewerkt, waar ik leerde hoe belangrijk strategie

is. Aan een groot verlangen naar vrede heb je niet genoeg.’

Job ā€˜Na mijn middelbare school ben ik een paar jaar naar Ierland gegaan, waar ik

in leefgemeenschappen heb gewoond en gewerkt met mensen met een verstandelijke

beperking. Een prachtige plek, vlakbij zee, met een prachtige tuin, boerderij en werk-

plaatsen, waar we zo zelfvoorzienend mogelijk probeerden te leven. Daar heb ik pas

echt geleerd wat ā€˜gemeenschap’ eigenlijk betekent, en wat leiderschap is. Ik was ne-

gentien maar kreeg al heel veel verantwoordelijkheid, Ʃn ik werd goed gecoacht. Daar

viel het kwartje vermoedelijk voor het eerst: als je mensen wil laten bijdragen, moet je

ze echte taken en echte verantwoordelijkheid geven.’


Sandra ā€˜Ongeveer in dezelfde tijd verliet ik het IKV en ging ik in de kinderopvang,

buurtwerk en op scholen werken. Ik kwam altijd ergens terecht waar mensen een pro-

bleem hadden, of waar van los zand een groep gesmeed moest worden. Mijn werk

bestond toen al uit allemaal elementen van organizing, waar ik nog geen naam voor

had. Tot ik bij Milieudefensie aan de slag ging en het woord ā€˜organizing’ weer viel.

Toen kwam eigenlijk alles samen.’


Job ā€˜Ik was na mijn tijd in Ierland ook bij Milieudefensie terechtgekomen. Via de jon-

gerenorganisatie was ik langzaam doorgegroeid naar functies waarin ik ā€˜iets met men-

sen’ deed. Ik merkte dat mensen wel vaak het sluitstuk van de strategie waren. Onze

achterban werd instrumenteel ingezet: ā€˜kan iemand nog een blik vrijwilligers opentrek-

ken om een spandoek vast te houden?’ Ik geloofde dat dat anders moest en kon, dat je

mensen echt centraal zou kunnen stellen. Daarom ben ik de organizing-opleiding aan

Harvard gaan volgen. Alles wat ik eerder had geleerd – de strategie achter de Bulder-

boscampagne, het leiderschap van de Ierse leefgemeenschappen – kwam daarin heel

mooi samen. Zodra ik daarmee mocht gaan experimenteren binnen Milieudefensie,

kwam ik Sandra tegen – en de rest is geschiedenis, zoals ze zeggen.’


Welke rol kreeg organizing binnen Milieudefensie? Hoe zag dat experimenteren eruit?


Sandra ā€˜Je moet je voorstellen dat de positie en functie van ngo’s in die tijd – de jaren

negentig en nul – heel erg aan het veranderen waren. Er werd een flinke professio-

naliseringsslag geslagen, maar daardoor veranderde de band tussen organisaties en

hun achterban ook flink. In plaats van als ā€˜medestrijders’ werd de achterban nu steeds

vaker beschouwd als ā€˜donateurs’ of ā€˜likers’. Organisaties dachten vaak dat ze hun ach-

terban niet meer echt nodig hadden, de rol van lobbyisten en communicatieadviseurs

was immers veel groter geworden. Maar wat er over het hoofd werd gezien, was dat

die achterban je ook het recht geeft om je werk uit te voeren.’


Job ā€˜Bij Milieudefensie was die verandering ook gaande. Door middel van organizing-

campagnes probeerden we ā€˜onze mensen’ juist weer belangrijker te maken. Een voor-

beeld was onze campagne voor gezonde lucht, waarvoor we eerst heel veel zijn gaan

netwerken in allerlei steden: welke kleine en grote organisaties zijn al bezig met dit

onderwerp? Hoe zorgen we ervoor dat die zich aansluiten? Dankzij de goede banden

die we met die groepen hadden opgebouwd, hadden we het ook voor het eerst over

ā€˜gezonde’ lucht en niet over ā€˜schone’ lucht. ā€˜Gezond’ zegt veel meer over de beleving

van mensen zƩlf. Zo probeerden we bestaande initiatieven, allerlei milieuorganisaties

10Ʃn onze Milieudefensie-achterban zich te laten identificeren met deze campagne, die

uiteindelijk niet alleen ā€˜van ons’ was, maar gezamenlijk werd uitgevoerd. Niet voor

niets heette die campagne ā€˜Samen voor Gezonde Lucht’. Dat was voor mij een ge-

slaagd voorbeeld van organizing.’


Wat maakt nou dat organizing zo effectief is om mensen in hun kracht te zetten en sterke groepen te bouwen, volgens jullie?


Sandra ā€˜In Amerika is organizing een heel gewoon begrip, dat zoveel betekent als: je

leidt ā€˜gewone mensen’ op om leiders te worden, om strijdbaar te worden. Je laat men-

sen groeien, je laat ze heel duidelijk zien wat ze kunnen bereiken, want vaak weten ze

dat niet van zichzelf. Ik vind dat gevoel van leiderschap het mooiste aan organizing:

dat je, misschien wel voor het eerst, heel bewust ervaart dat je succes kunt boeken,

stappen kunt zetten, dat mensen naar je luisteren, en dat je uiteindelijk een groter

doel kunt bereiken.’


Job ā€˜Ik heb het idee dat in veel progressieve organisaties bewust en onbewust allerlei

elementen van organizing worden opgepakt, maar dat dat vaak op eilandjes gebeurt.

Organizing is effectief als je het bewust doet Ʃn als je het samen doet. Als je mensen

dat op een goede manier aanleert, wat wij bij het Lowlander Project doen, dan heb-

ben ze daar hun hele verdere leven wat aan. Je gaat voelen dat je onderdeel kunt zijn

van echte verandering.’


Het lijkt wel alsof organizing veel meer werk kost dan ā€˜traditioneel’ campagnevoeren. Is dat zo?


Sandra ā€˜Het is een andere manier van denken. Campagnevoeren is: steeds opnieuw

de beste campagne neerzetten. Organizing is mƩƩr dan de beste campagne neerzet-

ten. Het gaat erom dat je mensen centraal stelt, dat je goed weet wat je volgende

stap is, en dat je investeert in leiderschap en structuur. Het vergt een lange adem

en het is zeker geen silver bullet die tot snellere resultaten leidt. Maar het is wƩl een

manier om al je campagnes en activiteiten veel beter bij elkaar te brengen, om voor

continuĆÆteit te zorgen.’


Job ā€˜Het is een illusie dat je met mooie campagnes de wereld kan fiksen, daar geloven

wij niet in. Het uitbannen van roken kost bijvoorbeeld ook al tientallen jaren. Voor

eerlijke vrouwenrechten hebben we ƩƩuwen nodig gehad, maar daar is in de afgelo-

pen honderd jaar wel wezenlijk iets veranderd. Daarom geloven wij dat je niet teveel

moet nadenken over je korte termijn, maar moet investeren in je toekomstige leiders.

De leiders van nu worden namelijk moe, ze krijgen kinderen, ze haken af… Dat geeft

allemaal niet, maar je organisatie moet niet in elkaar zakken als mensen vertrekken.

Een nieuwe generatie moet dan klaarstaan.’


Over leiders gesproken… Hoe belangrijk zijn die? Hoe belangrijk is het dat een organizingcampagne een ā€˜gezicht’ heeft, iemand aan wie het publiek zich kan optrekken? Hoe hangen bewegingsopbouw en leiderschap samen?


Job ā€˜Het is dubbel. Een goede organizer is in zekere zin onbaatzuchtig: je staat niet

vooraan, je leidt anderen op om vooraan te gaan staan. En het is wel belangrijk dat

er iemand vooraan staat, dat een beweging een gezicht heeft. Maar diegene is niet

per se de leider. Wij definiĆ«ren leiderschap niet als ā€˜de leider zijn’, maar als ā€˜de verant-

woordelijkheid accepteren om anderen in staat te stellen hun missie te realiseren’. Alle

mensen die achter de schermen werken, die ervoor zorgen dat de beweging ruimte en

een podium krijgt, dĆ”t zijn de ware leiders.’

Sandra ā€˜Ik ben naar het zuiden van de Verenigde Staten gegaan, om te onderzoeken

hoe de burgerrechtenbeweging zo groot kon worden. Martin Luther King was daarin

natuurlijk het boegbeeld en enorm belangrijk. Maar hij kon dat ook zijn omdat hij

zoveel organizers om zich heen had. Er was al heel veel voorwerk gedaan.’

Job ā€˜Hetzelfde kun je zeggen over Rosa Parks. Omdat er zoveel was opgebouwd ach-

ter de schermen, omdat er was geĆÆnvesteerd in trainingen en leiderschap, kon zij op het

juiste moment ā€˜nee’ zeggen. Omdat zij bleef zitten in de bus werd er van alles in gang

gezet wat al was voorbereid. Ze was onderdeel van iets groters. Het is bijna nooit ƩƩn

persoon die zo’n belangrijke actie solo uitvoert. We zijn geneigd het boegbeeld in de

spotlight te zetten, maar we moeten goed voor ogen houden wie er allemaal achter

diegene stonden en wat die aan voorbereidend werk hadden gedaan. Overigens heb-

ben mensen dat boegbeeld wel nodig, zoals wij nu bijvoorbeeld Greta Thunberg nodig

hebben, voor herkenbaarheid en inspiratie.’

Sandra ā€˜Rosa Parks was bereid om het boegbeeld van de Amerikaanse burgerrech-

tenbeweging te worden, met gevaar voor eigen leven. En ze was opgeleid aan de

Highlander Folk School. Die naam kwam ik steeds opnieuw tegen tijdens mijn onder-

zoek. Highlander was een instituut in de Appalachian Mountains, een school waar

iedereen welkom was en bij elkaar kwam om te leren. Highlander is in de jaren zestig

heel belangrijk geweest voor politieke- en vakbondsbewegingen, en dus ook voor de

burgerrechtenbeweging. Bij Highlander kon iedereen leren organizen, nog voordat het

zo genoemd werd.’

En het zal geen toeval zijn dat jullie ā€˜school’ Lowlander heet. Wat hebben Highlander en Lowlander met elkaar te maken?

Job ā€˜Voor Lowlander hebben we ons enorm laten inspireren door Highlander. Zowel

wat betreft de manier van onderwijs als wat betreft de achterliggende filosofie: een

maatschappelijke beweging bouw je samen. Mensen denken vaak dat ā€˜reuring’ uit het

niets ontstaat. Maar er zitten bijna altijd structuren achter: mensen die vooraf het werk

hebben verricht, die anderen hebben gemobiliseerd, een organisatiestructuur hebben

bedacht… Mensen, kortom, die een beweging pushen en mogelijk maken. Bij Lowlan-

der willen we die mensen helpen versterken.’

Hoe willen jullie dat precies bereiken met het Lowlander Project? Wanneer is jullie project geslaagd?


Job ā€˜We willen graag dat mensen bij organizing niet aan Marie Kondo denken, maar

aan ons. Organizing is niet nieuw, maar wij geven er de Nederlandse context bij: de

woorden, de voorbeelden, de structuur. Ons project is geslaagd als heel progressief

Nederland de inzichten van organizing gebruikt.’

Sandra ā€˜We willen dat mensen weten dat organizing een vak is. En Lowlander dĆ© plek

is om om dat vak te leren. Voor mij is elke diploma-uitreiking een hoogtepunt, iedere

keer dat we iemand hebben geholpen om leider te zijn. In de opleiding zie je mensen

echt opbloeien, ze worden zoveel meer actief in hun eigen team, zien opeens beter

waar hun macht en kracht liggen. Het is geweldig om daaraan te mogen bijdragen.’

Over het Lowlander Project


Ā 
Ā 
Ā 

Opmerkingen


bottom of page